Waar denk jij aan als je denkt aan antropologie? Aan onderzoek bij stammen, ver van huis? Aan stoffige voeten? Veldwerk? Volgeschreven notitieblokjes? Participeren? Observeren? 9 jaar geleden studeerde ik af aan de master Culturele Antropologie aan de Universiteit Utrecht. Ik had twee jaar daarvoor geen idee waar ik aan begon. Ik voelde al snel dat antropologie een goede keuze was, maar dat ik als jongerenspecialist dagelijks nog zo veel heb aan antropologie, had ik toen echt nooit gedacht.
Voor antropologie deed ik een HBO-studie Internationaal Toeristisch Management & Consultancy aan de NHTV in Breda. Voor mijn afstudeeronderzoek reisde ik af naar Zuid-Afrika. Daar heb ik op een publieke en private basisschool (ook wel in te delen als rijk en arm of in een zwarte of witte wijk) onderzocht hoe kinderen aankijken tegen toerisme. Hoe zien kinderen de toeristen die zij tegenkomen in hun wijk? Wat leren zij erover op school? Welk beeld hebben zij bij ‘toeristen’? Welke verschillen zie je tussen de wijken? Als onderzoeker stond ik letterlijk een aantal weken midden tussen de kinderen en observeerde ik wat de kinderen deden, riepen, wat zij tekende, waar zij over spraken op het plein en sprak ik met hen over hoe zij tegen de steeds grotere groep toeristen kijken die hun buurt bezoeken. Vlak voor de eindstreep van mijn studie toerisme zei mijn afstudeerbegeleider tegen mij: ‘jouw manier van onderzoek doen, is bijna antropologisch’. Ik had geen idee, googelde die avond wat antropologie was, werd enthousiast en schreef mij niet lang daarna in voor de pre-master en masterstudie in Utrecht.
Direct bleek antropologie voor mij een goede keuze te zijn (al twijfelde mijn omgeving daar wel aan, want zij dachten toen vooral nog aan stoffige voeten). Voor Culturele Antropologie deed ik onderzoek naar de betekenis van burgerschap bij jongeren in Nederland. Antropologie daagt je uit door de ogen van een ander te kijken naar wat er gebeurt, hoe een ander denkt, kijkt, ervaart, beleeft. Mijn afstudeeronderzoek was dichterbij dan twee jaar eerder in Afrika, maar net zo goed uitdagend. Met jongeren die ik normaal niet ontmoet, zat ik nu te ‘hangen’ op een plein, liep ik mee tijdens hun maatschappelijke stage of bezocht ik een bijeenkomst van hun politieke jongerenpartij. Wat ik deed is nieuwsgierig zijn naar hoe jongeren kijken, naar de wereld, naar hun vrienden, hun school, hun docent, hun vrije tijd, naar zichzelf. Je uitdagen nieuwsgierig te zijn was voor mij toen, net zoals dat nu is in mijn projecten met Young Inspiration, de sleutel tot succes. Kijken door de ogen van een ander. Niets meer en niets minder.
Nieuwsgierigheid is het belangrijkste ingrediënt in mijn werk vandaag de dag. En precies dat ingrediënt heb ik meegekregen tijdens de studie antropologie. Kijken door de ogen van een ander is essentieel als je een ander wilt begrijpen. Wat leeft en speelt er bij jongeren? Wat vinden zij belangrijk? Waar maken zij zich zorgen over? Wat zijn hun ideeën? Wat willen zij? Hoe raak je hen met je aanpak of boodschap? Jongeren vragen om gehoord en gezien te worden. Ook in onderzoek. Mijn uitdaging ligt er altijd in om dichtbij jongeren te komen en hen te laten zien dat ik nieuwsgierig ben naar wat zij te zeggen hebben.
Als ik mij aan het eind van een dag onderzoek of in een gesprek heb laten verbazen, ontroeren, verwonderen, ontketenen en nieuwsgierig ben geweest naar de eerlijkheid en openheid van de doelgroep, is het voor mij geslaagd. Dan voel ik mij weer een beetje antropoloog. En dan denk ik weer eventjes terug aan die docent die mij met het woord antropologie aan het denken zette.
Meer weten over wat mij nieuwsgierig maakt? Ik kom graag met je in contact.